Varen van A naar B = Koers en Verheid.

Om van A naar B te gaan over zee zijn er vanouds her kaarten. Op die kaarten kan je z.g. kaartpassen om uit te vinden welke kant (koers) je op moet, hoe ver het is (verheid) en aan de hand van je snelheid uit rekenen wanneer je in B aankomt Als voorbeeld van het kaartpassen nemen een reis van Altea (A) naar Calpe (B). We kunnen de koers aflezen door met de parallel liniaal de koers te verschuiven naar de kompas roos. De verheid met de passer op de zijkant van de kaart waar één minuut in breedte één zeemijl is.

De 4 streeks peiling
Een eenvoudige manier om bij het passeren van een object de afstand van dat object zoals een kaap of vuurtoren is de 4 streeks peiling. Een kompasroos heeft 360 graden en in de navigatie wereld 32 streken, 8 per kwadrant. We varen van Calpe naar Cabo de la Nao en passeren een toren op de kaap bij Moraira en onze koers 45 °. We noteren het tijdstip als we de toren op 4 streken hebben, dat is als we de toren op 0° peilen. We noteren een 2e tijdstip als we de toren op dwars op onze koers op 8 streken en dat is op 315° peilen. De afgelegde afstand tussen de 2 tijdstippen is de afstand tot de toren .De 2 zijden van een rechtshoekige driehoek.

Het geografische en magnetische Noorden.
In het voorgaande zijn we voorbij gegaan aan de situatie waarbij we alleen beschikking hebben over het magnetisch kompas, bij b.v. geen elektra en dus geen info van satelliet etc. Het magnetisch veld van de aarde komt niet overeen met de (geografische) noord en zuidpool, die we bepaald hebben door de as waar de aarde zelf om draait, de magnetische noord en zuidpool liggen daar iets van verwijderd en verandert. Dit houdt in dat de richting waarin het magnetisch kompas noord aan wijst kan verschillen met de ware richting noord. Dit verschil noemt men de variatie en kan zowel plus als min zijn. Daar naast veroorzaakt het ijzer aanwezig in schepen ook een afwijking en dat verschil noemt men deviatie en kan eveneens plus of min zijn. De resultante van de twee afwijkingen noemt men de miswijzing. De variatie is afhankelijk van de plaats op aarde, is op de zeekaart in de kompasroos te vinden en veranderd in de loop van tijden. In het Middellandse zee gebied is momenteel de variatie heel weinig, de verandering per jaar staat ook op de kaart

Het teken, plus of min staat soms aangegeven, soms geeft men het aan met de aanduiding west of oost en pas je west min, oost  plus toe. De deviatie is afhankelijk van de richting waarin het schip ligt (koers). Op polyester schepen zal die afwijzing nihil zijn , mits er geen schroevendraaier of sleutelbos bij het kompas ligt. Op ijzeren schepen wordt de deviatie bepaald door het schip aan een z.g. kompaspaal 360 graden te doen draaien en de afwijking bepalen aan de hand van vaste punten aan de wal.